Bloembollen planten
Wie bloembollen plant in het najaar, wacht een kleurrijke beloning in de lente. Lentebloeiers zijn bolbloemen die vroeg in het voorjaar bloeien. In de winter komen de eerste kopjes al boven de grond, om niet veel later hun kleurrijke bloemen te laten zien. Een explosie van vrolijke kleuren na de donkere dagen. Bloembollen planten is niet moeilijk, het is vooral een kwestie van doen. Iedereen kan het, en succes verzekerd! De bloem zit namelijk al in de bol en laat je nooit in de steek.
Lentebloeiers
Wie het goed aanpakt kan maandenlang genieten van een tuin vol vrolijke lentebloeiers. Dat begint al in januari met sneeuwklokjes en krokussen, gevolgd door de narcissen, tulpen met hun weelderige kleuren en uiteindelijk alliums die tot eind juli door kunnen bloeien.
De beste tijd om bloembollen te planten
Vanaf september liggen de narcissen, tulpen, krokussen en andere lentebloeiers klaar om de tuin in te gaan. Zodra je de bollen in huis hebt mogen ze de grond in. Maar let wel op, is het in september nog (zomers) warm? Dan kan het zijn dat de bollen al beginnen met spruiten. In dat geval is het vaak beter nog even te wachten met planten.
De beste tijd om bloembollen te planten is dan ook tussen half oktober en eind november. Dan is het weer nog een beetje aangenaam en de grond nog warm. Bloembollen die in deze periode de grond in gaan, hebben alle tijd om een mooi wortelnest te vormen. Daardoor zijn ze beter bestand tegen de eventuele naderende vorst. Zorg er in ieder geval voor dat al je bollen in de grond zitten vóórdat de winter (en dus de kans op vorst) begint.
Lukt het niet om de bloembollen meteen na aankomst te planten, bijvoorbeeld omdat het nog te warm is? Dan kun je de bloembollen het best even op een droge, donkere en koele (15 °C) plek bewaren. Let wel op of er gaatjes in de zak zitten. Een verpakking die helemaal gesloten is kun je het best open zetten, zodat er lucht bij kan.
Let op: bollen van de fritillaria, galanthus, leucojum en lelie drogen snel uit. Als je langere tijd wilt wachten met planten kun je ze het best in een emmer (droog) zand bewaren.
Hoe plant je bloembollen?
Maak eerst een gat met een plantschepje of bollenpoter en laat vervolgens de bol daarin glijden, met z’n neus (het puntige gedeelte) naar boven.
Met een plantschepje met platte kop hoef je niet dieper te graven dan nodig is, en kun je makkelijk vlakke gaten graven. Met een bollenpoter til je eigenlijk gewoon een stukje aarde op, die je na het planten van de bloembol weer precies terug kunt plaatsen. Ideaal in gazons!
Op iedere verpakking staat precies aangegeven hoe diep de bloembol geplant moet worden, en hoe ver ze uit elkaar moeten staan. Met een pootstok met maatringen kun je de juiste plantdiepte nauwkeurig bepalen. Bedek de bol met aarde en druk de grond met de handen voorzichtig een beetje aan. Dat is alles, simpel toch? Geef de bollen na het planten meteen goed water, dat stimuleert de wortelgroei.
Wil je later nog terug kunnen zien wat je waar geplant hebt? Plaats dan meteen plantlabels bij de bollen!
Tip: Voor de plantdiepte en -afstand bestaat een simpele vuistregel. Houd voor de plantdiepte 3x de hoogte van de bol aan, en voor de plantafstand 3x de breedte van de bol aan. Bloembollen van 4 cm hoog en 5 cm breed moeten dus 12 centimeter diep en 15 cm uit elkaar worden geplant.
Wat heb je nodig?
- Bollenpoter of plantschepje
- Plantlabels of steeketiketjes
- Gieter
- En natuurlijk: bloembollen!
Creatief combineren
Wat bloembollen betreft is het aanbod erg gevarieerd. Hierdoor kun je eindeloos spelen met combinaties in kleur, vorm, hoogte, bloeiwijze en bloeitijd. Of je nu wilt experimenteren met verschillende soorten, of een bloemencombinatie wilt maken met opeenvolgende bloeitijden… Met zo’n veelzijdig aanbod kun je jouw eigen smaak of beoogde effect gegarandeerd vormgeven! Om je een voorzetje te geven hebben we alvast wat tips, inspiratie en zelfs complete ‘bloemenrecepten’ voor je klaargezet.
Bloembollen los planten
Wil je de bloembollen stuk voor stuk in je tuin planten? Dan kun je het beste werken met een bollenpoter. Hiermee maak je met gemak een plantgat van Ø 60mm, ongeveer de breedte van een grotere bloembol. Voor kleine bollen, zoals krokussen, kun je beter kiezen voor een bollenpoter met een kleinere diameter. De bollenpoter krokus prikt met gemak door het gras heen, en werkt ook ideaal op plekken waar je minder ruimte hebt. Ga je liever niet door de knieën? Kies dan voor een bollenpoter met steel!
Bloembollen in groepjes planten
Wil je meerdere bloembollen groeperen en bij elkaar planten? Dan kun je één groot gat graven en daar meerdere bollen tegelijk in laten glijden. Een andere manier die vaak wordt toegepast is het uitstrooien van bloembollen. Daar waar ze neerkomen worden ze ook geplant. Dit geeft een natuurlijker effect, zeker wanneer je verschillende bollen door elkaar wilt planten. Heb je liever strakke lijnen? Met een pootlijnset zet makkelijk rechte hulplijnen uit.
Ook kun je gebruikmaken van een bollenplantmandje. Deze heb je in verschillende vormen en maten, en maken het planten van meerdere bloembollen nóg simpeler. Leg de bloembollen in het mandje (met de punt omhoog) en vul deze met aarde. Graaf vervolgens het mandje in op de juiste plantdiepte en voilà! Aan het eind van het seizoen kun je de bloembollen zo ook weer eenvoudig opgraven en herplanten.
Bloembollen verzorgen na het planten
Na het planten hebben de bloembollen niet veel nodig om in het voorjaar te bloeien. Maar: als jij ze wat extra’s geeft, zullen ze jou ook wat extra’s teruggeven. Hoe je bloembollen het beste verzorgt lees je hieronder. Kijk voor een uitgebreide lijst met de 10 meest gestelde vragen over bloembollen op Groei.nl.
Moet je bloembollen bemesten?
In het voorjaar kun je bloembollen bemesten met najaarsmest. Het hoge fosfor- en kaligehalte is goed voor bloeiende bolbloemen. Maar let wel op dat je ze niet te veel geeft! Bloembollen hebben maar een kwart van de aanbevolen hoeveelheid nodig.
Hebben pas geplante bloembollen water nodig?
Meestal hebben pas geplante bloembollen geen water nodig. De grond is in het najaar namelijk vochtig genoeg en er valt genoeg hemelwater. Bij een droog najaar is het wel van belang dat je de bloembollen water geeft vlak na het planten. Een vochtige grond stimuleert namelijk de wortelgroei van de bol. En hoe eerder de wortels gevormd zijn, hoe beter ze tegen vorst kunnen.
Hebben bloembollen vorstbescherming nodig?
Als er nachtvorst voorspelt wordt kun je de bloembollen afdekken met natuurlijk materiaal, zoals bladeren of compost. Zo houd je de temperatuur in de grond stabiel, wat beter is voor de bollen. Doe dit niet als de grond nog warm is, de isolerende laag blijft dan te warm en is daarmee een aantrekkelijk plekje voor muizen, die graag jouw bloembollen uitgraven en oppeuzelen. Heb je bloembollen in potten geplant? Zorg dan wel voor een goede isolatie rondom de pot, om de wortels van de bloembollen te beschermen tegen vorst.
Tip: plant bloembollen in een bollenplantmandje om ze zo goed mogelijk beschermen tegen mollen en woelmuizen.
Wat doe je met uitgebloeide bloembollen?
Nadat de voorjaarsbloemen zijn uitgebloeid kun je ze ‘koppen’. Je knipt dan de bloemknoppen uit de planten, maar laat de rest (de bloemstengels en het loof) zitten. Zo gaat er geen energie verloren aan de zaadvorming, maar gaat alle kracht de bol in. Laat het loof zitten totdat het helemaal vergeelt is, zo kan de bol zo veel mogelijk zonne-energie in de bol opslaan.
Verwilderingsbollen, zoals sneeuwklokjes (Galanthus), ster hyacint (Scilla) en winterakoniet (Eranthis), kun je beter niet koppen. Deze bloembollen planten zich voort door uit te zaaien. Let dus wel op met je maaibeleid, het zaad moet eerst genoeg kunnen rijpen!